Een deel van de boten ligt op uitschuifbare stellingen. De roeiers stellen zich op naast de boot en schuiven de stelling volledig uit door aan het rolbare deel te trekken.
Op commando van het puntje ("Tillen gelijk... nu") wordt de boot van de stelling getild ...
...en loopt men naar het midden van het gangpad.
Wederom op commando ("Op de linker schouder... nu") wordt een wat comfortabelere tilpositie ingenomen.
Twee roeiers schuiven de stellingen weer in,
waarna er naar buiten gelopen wordt. Het puntje geeft aanwijzingen en let er goed op dat er niets geraakt wordt.
Buiten op het vlot aangekomen geeft het puntje het commando "In de spanten... voor de buiken... nu", zodat de bakboordoverslagen losgemaakt kunnen worden.
Na "Tenen aan het vlot... nu"
wordt de boot soepel en zo ver mogelijk van het vlot in het water gelegd.
Gladde boten beschikken over luchtkamer die het drijfvermogen van een volgelopen boot verzorgen. Deze luchtkamers moeten in de loods kunnen ventileren via opengezette luikjes. Draai direct na het tewaterlaten deze luikjes dicht.