headerfotoloods.jpg
20210924_193329Laser400
20140530_200219.jpg
124545-IMG_1028 - kopie.jpg
154236-4O5A6535-Pano-MvO-1920.jpeg
MerijnSoeters-lr-online-2417-pano.jpeg
previous arrow
next arrow

Tillen skiff

Geschreven door Erwin Poeze

De skiff wordt door de roeier bij de boorden vastgehouden. Een `puntje' assisteert.

Img46662

Let tijdens het uit de stelling tillen goed op de kwetsbare riggers en op de riggers van de bovenliggende boot.

Img46663

Eenmaal uit de stelling wordt de boot op de schouder gedragen ...

Img46665

... geassisteerd door het `puntje'.

Img46668

Voor het tewaterlaten wordt de overslag losgedraaid. Houd de boot hierbij voor de buik.

Img46670

Zet de tenen aan de rand om de boot voldoende ver uit te kunnen zetten zonder het vlot te raken,

Img46672

en leg de boot rustig in het water.

Img46673

Tillen algemeen

Geschreven door Erwin Poeze

Kijk voordat je gaat tillen of er aan het vlot vrije ruimte is om de boot te water te laten. Denk eraan dat aankomend verkeer voorrang heeft.

Algemene regels bij het tillen van een boot

  1. Altijd tillen vanuit de benen en met een rechte rug.
  2. Til een boot aan:
  • de voorpunt, het puntje
  • de achterpunt, het staartje
  • de spanten of de boorden
  • de speciale tilbeugel bij sommige boten
  • het middenstuk van een vleugelrigger

maar niet aan:

  • het voetenbord (ook niet als de draagstang bij een skiff ontbreekt)
  • de stuurstoel
  • de slidings
  • de diagonaallatten
  • de riggers

Tillen met teveel mensen is beter dan met te weinig. De vuistregel is: tillen met aantal roeiers van een boot + één voor het (voor)puntje.De roeiers tillen de boot ter hoogte van hun voetenboord, de extra persoon tilt de boot bij het puntje. Uitzondering hierbij is de C2x, deze wordt door twee mensen getild. Houten boten worden boven het (houten) vlot gedraaid en liever niet boven het asfalt.

Boten worden met het puntje naar 'Cruquius' te water gelaten en met het puntje naar voren de loods ingetild.

Materiaalbehandeling

Geschreven door Erwin Poeze

De vereniging beschikt over ruim 110 roeiboten, zeven zeilboten, een reddings- en een instructiebootje, negen ergometers en een aantal krachttoestellen. Dit alles wordt in de vaart gehouden€™ door een professionele bootsman, die onderhoud pleegt en eventuele schades repareert. Daarnaast worden door deze bootsman soms nieuwe boten gebouwd.

 

Reserveren / afschrijven

Het afschrijven of reserveren van het materiaal gebeurt via de computer. Dit afschrijfsysteem maakt het mogelijk om via het internet thuis te reserveren. De reservering wordt  door de roeier op de loods bevestigd voordat er van een boot of ergometer gebruik wordt gemaakt.

Welke boten afgeschreven mogen worden hangt af van het roei- of zeilniveau en wordt vastgelegd door middel van proeven. In het afschrijfsysteem wordt geregistreerd welke proeven je gehaald hebt. Je kunt twee dagen van tevoren een boot reserveren.

 

Roeikleding

In de boot is zacht schoeisel verplicht en ook het prettigste om te dragen. Neem echter geen loopschoenen mee, want deze hebben veelal brede hakken die niet goed op het voetenbord passen. De zogenaamde surfschoentjes of zaalschoenen voldoen nog het best.

 

Als roeikleding wordt een T-shirt of sweatshirt met een donkere roeibroek aanbevolen. Een polyester shirt voldoet beter dan katoen, omdat deze laatste veel vocht opneemt en, zeker met wind, voor een snelle afkoeling van de spieren kan zorgen. Lichtgekleurde bovenkleding is het beste zichtbaar.

 

Vooral in de winter is goede kleding voor roeiers en stuurlieden van groot belang. Het is beter een paar lagen dunne kleding te dragen, bijvoorbeeld twee shirts met lange mouwen en een jack, dan één dikke laag. Wollen kleding en/of thermokleding met een dun, waterproof jack (niet te wijd, geen insteekzakken) wordt dan aangeraden. Fleece-kleding wordt uitdrukkelijk afgeraden, omdat deze stof water opzuigt. Let op dat de onderrug, hals en polsen goed beschermd zijn.

 

Stuurlieden moeten warm en droog blijven, vooral hoofd (muts!), handen en voeten. In de winter dragen de stuurlieden een reddingvest die te vinden zijn in het toilet op de begane grond.

Het officiële Spaarne-tenue, een zwarte roeibroek gecombineerd met een roodwit shirt (te verkrijgen bij de Spaarne-winkel) is verplicht als namens €˜Het Spaarne deelgenomen wordt aan roeievenementen.

 

Voorbereiding van het materiaal

Kijk voor het uitbrengen van een boot waar de riemen in de loods hangen. Breng eerst de boot naar buiten en haal daarna de riemen op. Bij het inbrengen worden eerst de riemen teruggehangen voordat de boot weer in de loods wordt gelegd.

Riemen in de loods, bolle zijde naar je toe

Boordriemen worden bij voorkeur rechtop tegen de loods aangezet, met het blad omhoog en zo dat ze niet om kunnen waaien.

Boordriemen overeind tegen de loods

Scullriemen mogen niet overeind worden gezet want dan gaan de handvatten kapot.

Het blad is het kwetsbaarste deel van de riem. Draag daarom de riemen met het blad naar voren. Leg ze niet los op het vlot, om schade te voorkomen.

Img46799

 

Opleidingsgroepen

Geschreven door Martijn van Oort

Het Spaarne kent 15 opleidingsgroepen, te weten (naam contactpersoon tussen haakjes):

  1. In Balans (Ellen Onnink, Leonoor Lowensteyn & Marja Sukel)
  2. Jet Dinsdag (Janneke Dorrepaal & Nelleke de Jongh)
  3. Disponibel STUUR (Ton Gerlings)
  4. Slagklaar (Oscar vd Linden)
  5. Pilot (Richard Simons & Kees de Boer)
  6. Cohesie (Hugo Cohen)
  7. Piet Vree (Piet Vree, tijden in overleg)
  8. Eduard (Eduard van der Worp)
  9. Jet Woensdag (Marjolein Wansink & Geertje van Zwol)
  10. Dolfijn (Josephine Smits & Marian Tankink)
  11. Oplopers (Geertje van Zwol & Hugo Cohen)
  12. Rietkraag (Veronique Homs)
  13. Vrijboord (Theo Joosten & Ton van Schoonhoven)
  14. Les Skifferus (Andre Hilhorst)
  15. Vliegende start (Eric Duvivier & Carola Plantjé)

Deze groepen hebben hun opleidingsmoment(en) op de volgende tijdstippen:

  maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

In Balans 8:45-10:30            
Jet Dinsdag   8:45-10:30          
Oplopers   10.00-11.30          
Disponibel STUUR           8:30-10:30  
Slagklaar         9:15-11:00    
Pilot   18:45-21:00          
Cohesie       18:30-20:30     10:00-11:30
Eduard   19:00-20:30       14:30-16:00  
Jet Woensdag     8.45-10.00        
Dolfijn       9.00-11.00      
Rietkraag             15.00-16.30
Vrijboord         9:30-11:00    
Les Skiffeurs         18:00-19:30    
Vliegende start 19:00-20:30            



Proeven volwassenen

Geschreven door Erwin Poeze

Scullroeiproeven

S1: af te leggen in een gestuurde C2+
Bij de proef mag één roeier in het bezit zijn van S2 of hoger.

  1. correct instappen en voetenbord afstellen
  2. in lichte en krachtige haal een goede techniek tonen; een soepel doorgaande beweging en goed waterwerk
  3. bootbeheersing en goede balans
  4. gelijkheid en ritme
  5. slippen beide boorden
  6. rondmaken
  7. correct uitstappen
  8. goede behandeling van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat voldoende roeitechniek bezit om onder leiding van een stuurman in C (scull) boten te kunnen roeien.(C2x+ en C4x+).

Het proevenformulier S1 vind je hier (pdf).


S2: af te leggen in een C1x

  1. in lichte en krachtige haal een goede techniek tonen; een soepel doorgaande beweging en goed waterwerk
  2. bootbeheersing; goede balans
  3. halend en strijkend aankomen
  4. goede behandeling van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat voldoende roeitechniek en inzicht op het water bezit om zelfstandig in een C1x te mogen uitvaren (mits in het bezit van de St2 proef) onder leiding van een stuurman in een Cx-boot te mogen roeien.

Het proevenformulier S2 vind je hier (pdf).

S3: af te leggen in 4* na behalen ST-2 en S2

  1. in lichte en krachtige haal een zeer goede en vaste roeitechniek tonen
  2. halend aankomen
  3. kennis van het materiaal
  4. gelijkheid en ritme en roeibeweging

De proevencommissie moet vinden dat de kandidaat in alle omstandigheden en in elke scullboot een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in alle gestuurde scullboten uitvaren.
Het is toegestaan de tijdens de proef één roeier die al in bezit is van deze of een hogere proef in de boot te hebben. De ploeg wordt als geheel beoordeeld (het resultaat van de proef is voor alle kandidaten gelijk)
Het proevenformulier S3 vind je hier (pdf).

   
S4: af te leggen in een skiff na het behalen van ST-2 en S2 of S3

  1. in lichte en krachtige haal een zeer goede en vaste roeitechniek tonen
  2. halend aankomen
  3. kennis van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat in alle omstandigheden en in alle ongestuurde scullboten een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in elke scullboot uitvaren.
Het proevenformulier S4 vind je hier (pdf).

 

Boordroeiproeven

B2: af te leggen in een gestuurde C2+

  1. in lichte en krachtige haal op stuurboord (SB) en bakboord (BB) een goede techniek tonen; een soepel doorgaande beweging en goed waterwerk
  2. goede balans
  3. goede behandeling van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat voldoende roeitechniek bezit om onder leiding van een stuurman in C (boord) boten te mogen roeien.

Het proevenformulier B2 vind je hier (pdf).


B3: af te leggen in een 4+ na behalen ST-2 en B2

  1. in lichte en krachtige haal op SB en BB een zeer goede en vaste techniek tonen
  2. volledige beheersing van het sturen en het aankomen op een aangegeven plaats
  3. gelijkheid en ritme
  4. goede behandeling van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat in alle omstandigheden en in alle gestuurde boordroeiboten een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in alle gestuurde boordroeiboten uitvaren.
De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat in alle omstandigheden en in alle gestuurde boordroeiboten een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in alle gestuurde boordroeiboten uitvaren.
Het is toegestaan de tijdens de proef één roeier die al in bezit is van deze of een hogere proef in de boot te hebben. De ploeg wordt als geheel beoordeeld (het resultaat van de proef is voor alle kandidaten gelijk).

Het proevenformulier B3 vind je hier (pdf).

B4: af te leggen in een ongestuurde twee (2-) na het behalen van ST-2 en B2 of B3

  1. in lichte en krachtige haal op stuurboord (SB) en bakboord (BB) een zeer goede en vaste techniek tonen;
  2. volledige beheersing van het sturen en het aankomen op een aangegeven plaats
  3. kennis van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat in alle omstandigheden en in elke boordroei-boot een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in elke boordroei-boot uitvaren.

Het is toegestaan de tijdens de proef één roeier die al in bezit is van deze of een hogere proef in de boot te hebben. De ploeg wordt als geheel beoordeeld (het resultaat van de proef is voor alle kandidaten gelijk).

Het proevenformulier B4 vind je hier (pdf).

Stuurproeven

ST-1
Deze proef is vervallen en wordt toegekend door de instructeur.

ST-2

  1. alle commando's luid en correct
  2. een goede bootbeheersing en overzicht van de situatie op het water
  3. passeren smalle brug
  4. rondmaken in smal vaarwater
  5. achteruit kunnen manoeuvreren c.q. drenkeling manoeuvre
  6. aankomen aan SB- en aan BB-zijde
  7. kennis van de belangrijkste vaarregels en van de verenigingsregels t.a.v. aankomen en wegvaren
  8. het maken van een knoop om de boot vast te leggen (b.v. twee halve steken)

De proevencommissie moet vinden dat de kandidaat onder alle omstandigheden de boot goed beheerst.
Na het behalen van de St-2-proef mogen alle boten gestuurd worden; een "acht" echter dient de eerste vier keer gestuurd te worden onder verantwoordelijkheid van een bevoegde ploeg en ervaren "acht-slag-roeier".
Let op: bij het varen op stromend water dient de stuurman in het bezit te zijn van St-2.

Bevoegdheden

Proef  Nodig  Wat mag je? 
S1 Wherry en gestuurde C-boten
Theorie en St2
Zelfstandig varen in gestuurd C-materiaal
S2 C1x Theorie Na St2: zelfstandig varen in C-materiaal (scull)
S3 Dubbelvier Gestuurd (4*) St2, theorie en S2 In alle gestuurde scull- verenigingsboten meevaren
S4 Skiff (1x) St2, theorie en S2 Zelfstandig varen en meevaren in alle scull verenigingsboten
B1 C2+ Theorie Onder begeleiding oefenen. Na St1 mee op toertochten
B2 C2+ Theorie Na St2: zelfstandig meevaren in C-materiaal (boord) 
B3  Boordvier Gestuurd (4+) St2, theorie en B2 In alle gestuurde boord- verenigingsboten meevaren (incl. 8+)
B4  Twee-zonder (2-) St2, theorie en B2 Zelfstandig meevaren in alle boord verenigingsboten
St1  Wherry Theorie Proef wordt toegewezen door instructeurs Zelfstandig sturen in de wherry
St2  C4(+/*) Theorie Zelfstandig sturen in alle verenigingsboten
Theorie Voor alle leden vereist om zelfstandig te kunnen roeien



Aanvullende regels volwassenen

  • De proeven worden namens het bestuur afgenomen door de proevencommissies. Het bestuur kan ontheffing verlenen.
  • Onbevoegd een boot afschrijven leidt tot bestuursmaatregelen en/of algehele aansprakelijkheid voor eventuele schade.
  • Er mag worden geoefend in daartoe aangewezen boten voor het volgende niveau. In oefenboten mag ofwel de helft van de bemanning zijn/haar proeven missen ofwel, indien de gehele bemanning het niveau proeven mist, mag er 1 niveau hoger worden gevaren indien de ploeg wordt vergezeld door een instructeur.
  • In eerstgenoemd geval (de helft van de bemanning mist de proef), zit degene in het bezit van de juiste proef in ongestuurde nummers op boeg.
  • Zonder St-2 mag geen gebruik worden gemaakt van de gladde oefenboten.

 
En in de praktijk:
Als je je theorieproef en stuurproef hebt, welke proef moet je dan verder nog hebben om in een bepaalde boot te mogen roeien? Hieronder staan wat voorbeelden.
Let op dat sommige boten zowel voor scullen als voor boordroeien gebruikt kunnen worden. Als de boot niet geriggerd is voor jouw proef, dan mag je er natuurlijk niet in roeien!

Type  Voorbeeld  Proef 
C1x  Luis, Krekel, Sprinkhaan, Meikever, etc.  S2 
C2x+ & C4x+ Jet Bakker, JP Coen S1
Oefenskiff   Dreuzel, Zweinstein, etc.  S2 
Verenigingsskiff  d'€™Armandville, Pauwenpage, etc.  S4 
Oefendubbeltwee  Cygnus, Lynx, Taling
S2 
Verenigingsdubbeltwee  Aeolus, Arthemis, Athena, etc
S4 
C4*  E. van Orden, JP Coen, van Galen etc.  S2 
Oefendubbelvier met  Kenau, Adriaan Pauw
S2 
Verenigingsdubbelvier met  Hannie Schaft, Jacob van Ruisdael
S3 
Verenigingsdubbelvier zonder  Writsaert, Xinix
S4 
C2+  Cohort B2 
C4+  Piet Hein
B2 
Oefentwee zonder  Capricornus, Perseus
B2 
Verenigingstwee zonder  Frans le Cocq d'A, Cassiopeia, Cepheus B4 
Oefenvier met  Malle Babbe
B2 
Verenigingsvier met  Geus B3 
Verenigingsvier zonder  Veer, Hommel B4 

De proeven worden op zondag en maandag gehouden. Op zondag altijd om 12.30 uur, op maandag om 18.30 uur. Meld je op tijd! En regel altijd je eigen stuur en zo nodig een boot, ook voor S2 proeven!

Let ook op het maximaal toegestane aantal aanmeldingen voor een bepaalde proef :

  • St2                 12 personen maximaal
  • S2/B2              12 personen maximaal
  • S3/4, B3/4       10 boten maximaal
Wat moet je weten vòòr je je inschrijft voor je proef op niveau 3 of 4:
 

Een kandidaat die via het instructiecircuit komt kan zich inschrijven:

  1. Na het behalen van St2 en tenminste S2 en/of B2
  2. Met een paraaf van de instructeur op het inschrijfformulier voor de gewenste proef
  3. Tenminste 24 uur vòòr het tijdstip van de proefafname
  4. Ploegroeien: beoordeling
    S3:  roeiers worden individueel beoordeeld. Het kan dus voorkomen dat niet de hele ploeg slaagt.
    B3:  roeiers worden als ploeg beoordeeld. De HELE ploeg zakt of slaagt.
    B4:  de hele ploeg wordt beoordeeld; het kan dus niet gebeuren dat 1 kandidaat zakt en de andere slaagt.
    Uitzondering: er vaart 1 roeier in de boot die al in bezit is van B4
  5. Ploegroeien: toegestaan met 1 roeier in de boot die al in het bezit is van de gewenste proef.
    Deze regel geldt voor S3, B3 en B4
  6. Advies:
    A. neem de roeiproeveneisen van te voren goed door met je instructeur
    B. bij de proef moet altijd een instructeur aanwezig zijn
Voor de ervaren roeier
  1. Om het niveau van roeien te bepalen neemt de kandidaat contact op met het bestuurslid commissaris opleidingen. Die is aanwezig op de loods op de zaterdagen in de even weken van 11.00 tot 12.00 uur om een beleid van instromen te bepalen.
  2. Zie verder de bovenstaande regels voor de kandidaten uit het instructiecircuit.
  3. Roeiers die EK, WK of Olympisch-niveau hebben gevaren, "krijgen" alle proeven van de Commissaris Opleidingen.

Opleiding instructeurs

Jaarlijks worden er opleidingen gegeven voor instructeurs om hun kennis en vaardigheden up to date te houden.

  • Instapcursus instructeurs
    • Deze cursus wordt gegeven door Roeiapp en omvat drie avonden. Daarnaast krijg je toegang tot de digitale leeromgeving om interactief te oefenen met foutherkenning. In deze cursus staat het op gestructureerde wijze herkennen en verhelpen van roeifouten centraal. Ook wordt aandacht besteed aan het filmen van de eigen (opleiding)ploeg, zodat dit voor de instructie kan worden gebruikt. Tenslotte besteden we aandacht aan de handigste manier om beginners te leren roeien. In de cursus maken we gebruik van de modernste inzichten en instructietechnieken. De wijze waarop de spieren het beste leren, staat daarbij centraal.

In 2024 wordt de cursus gegeven op 21 mei, 3 juni en 13 juni ( is volgeboekt)

Als je je voor 2025 wilt opgeven kan dat via

  • Cursus foutherkenning
    • Deze cursus wordt gegeven door Roeiapp omvat twee avonden. De laatste vijf tot tien jaar is er rondom de instructie best wel veel veranderd. Denk hierbij aan nieuwe inzichten over een effectieve haal en de balans en gelijkheid in boten. Ook blijken motorische instructietechnieken verbazingwekkend effectief. Bij deze technieken wordt gebruik gemaakt van kennis over de wijze waarop roeiers een beweging aanleren en aanpassen. In deze opfriscursus voor ervaren instructeurs praten we je bij over deze veranderingen. Wat zijn veelvoorkomende fouten bij roeiers, welke pak je het eerst aan en hoe los je die snel en effectief op. Hoe kun je cybernetische en motorische technieken effectief inzetten, zodat roeiers sneller leren. Hoe zorg je er voor dat roeiers met plezier blijven roeien. Je hoort er deze twee avonden alles over!

In 2024 wordt de cursus gegeven op 23 september en 1 oktober ( is volgeboekt)

Als je je voor 2025 wilt opgeven kan dat via

Heb je interesse dan kun je je aanmelden via:

  • KNRB instructeurscongres
    • Onder het centrale thema KEY (Keep Educating Yourself) organiseert de KNRB jaarlijks een congres specifiek voor roei-instructeurs. Het congres staat in het teken van jezelf ontwikkelen als instructeur, nieuwe kennis op te doen en je netwerk in de roeisport te vergroten. Als je een KNRB opleiding hebt gevolgd is het congres gratis. Het Spaarne sponsort een aantal plekken voor instructeurs die geen KNRB opleiding hebben gevolgd. Aanmelden kan via

Informatie voor instructeurs

  • Voor meer informatie over Roeiapp zie hun website. Naast de cursussen vind je hier veel nuttige informatie voor het verbeteren van je eigen roeihaal en inspiratie voor het instructiegeven. https://roei.app/
  • Voor meer informatie over (online) KNRB opleidingen zie hun website: https://knrb.nl/academie/

Voorkeurhaal

Geschreven door Erwin Poeze

Bijlage Voorkeurshaal KNRB
(Door Joris Vrij en Rob Scholder)
  

De uitzet als geheel is een ronde doorgaande beweging, de verticale beweging wordt uitgevoerd door een beweging van de onderarmen.
Snelle uitzet, water snel loslaten met korte beweging van de onderarmen (bladen pas draaien wanneer ze uit het water zijn). Beweging handen: na de uitzet polsen naar de knieën bewegen, daarna beginnen met  draaien en handen omhoog. Handen bij elkaar houden.
Snel omkeermoment (wegzet tot circa broekrand, een snel rondje maken). Daarna de handen in een rechte lijn richting inpik bewegen.

Rustig en vooral beheerst wegzetten, totdat de armen geheel gestrekt zijn. Snelheid van bijhalen is snelheid van wegzetten (bij light, rustig en bij 100%, sneller).

Rug inbuigen via de heupgewrichten, dus niet de rug krom buigen en vervolgens beginnen met oprijden.

Klaarzitten op ¼ kwart bankje, daarna rug fixeren, dus op tot ¼ bankje mag de rug nog iets verder ingebogen worden, daarna alleen maar oprijden.

Tijdens het oprijden mag de stand van de romp beslist niet meer veranderen ( ter voorkoming van nareiken).

Wanneer de handen de knieën passeren, moet er begonnen worden met het draaien van het blad dit moet geleidelijk gebeuren, zodat de bladen  vlak voor de inpik verticaal staan.
 
Let op het naderen van het water. Het blad moet bij wijze van spreken vlak boven het water blijven.

Let op dat er niet versneld wordt opgereden.

Op ¾ bankje beginnen met plaatsen en geheel doorrijden, schouders voorbereiden, schouderbladen naar achteren en hoog  zitten,dus zitten op de zitbeentjes en bovenste stuk dijbeen, bekken niet achterovergekanteld en inbuigen .

Subtiele, directe inpik waarbij alleen het blad in het water terecht mag komen en niet een deel van de riem zelf (rustig inpikken zonder 'geplons')€. Met direct wordt bedoeld dat er niet vlak voor de inpik heel even gewacht wordt.

In het begin van de haal de romp 'gefixeerd'€ houden. Dus alleen trappen met de benen en verder helemaal niets. Zodra druk op voetenboord, deze druk behouden.Tijdens de gehele haal, de bladen op gelijke diepte door het water laten gaan, dus de handen weer horizontaal door de boot, naar je toe halen

Balans op je voetenboord zoeken (laag in de boot). Na uitzet concentreren op het voetenboord.

Na circa kwart sliding de rug geleidelijk inzetten.

Aan het einde van de haal pas de armen meenemen ( tot die tijd waren ze gestrekt en ontspannen en dienen alleen als '€œtouwtjes'€). Versnelling van de benen doorzetten met de armen.

Niet te ver doorvallen (in de skiff iets verder) en ook niet te ver doortrekken.

KR&ZV Het Spaarne - versie 2

Instagram