headerfotoloods.jpg
20210924_193329Laser400
20140530_200219.jpg
124545-IMG_1028 - kopie.jpg
154236-4O5A6535-Pano-MvO-1920.jpeg
MerijnSoeters-lr-online-2417-pano.jpeg
previous arrow
next arrow

Proef volwassenen S1

Geschreven door Erwin Poeze

S1: af te leggen in een gestuurde enkele wherry
Deze proef wordt afgegeven door de instructeur.

  1. correct instappen en voetenbord afstellen
  2. uitzetten
  3. roeien zonder elementaire fouten; roeien op de armen, roeien met extreem kromme polsen, door het bankje trappen, diepen, zagen en vlaggen
  4. strijken en rondmaken
  5. halend aankomen aan SB en BB onder leiding van stuurman
  6. correct uitstappen
  7. kennis van het materiaal

De instructeur moet vinden dat de kandidaat voldoende roeitechniek bezit om onder leiding van een stuurman in een wherry of Dx-boot te mogen roeien en aan de stuurinstructie St-2 in een C-boot mee te mogen doen.

 

Proef volwassenen S3

Geschreven door Erwin Poeze

S3: af te leggen in 4* na behalen St-2 en S2

  1. in lichte en krachtige haal een zeer goede en vaste roeitechniek tonen
  2. halend aankomen
  3. kennis van het materiaal
  4. gelijkheid en ritme en roeibeweging

De proevencommissie moet vinden dat de kandidaat in alle omstandigheden en in elke scullboot een goede techniek kan handhaven. Na het behalen van deze proef mag men in alle gestuurde scullboten uitvaren.

Het is toegestaan de tijdens de proef één roeier die al in bezit is van deze of een hogere proef in de boot te hebben. De ploeg wordt als geheel beoordeeld (het resultaat van de proef is voor alle kandidaten gelijk)

Hieronder staat een link naar het proevenformulier dat geldt voor deze proef. Het is een PDF bestand en is te downloaden door op de link te klikken of hem met de rechtermuisknop (opslaan als) naar je eigen schijf te kopiëren.

icon Proevenformulier niveau 3 (53.8 kB 2009-03-16 08:54:53)

 

Proef volwassenen St2

Geschreven door Erwin Poeze

St-2

  1. alle commando's luid en correct
  2. een goede bootbeheersing en overzicht van de situatie op het water
  3. passeren smalle brug
  4. rondmaken in smal vaarwater
  5. achteruit kunnen manoeuvreren c.q. drenkeling manoeuvre
  6. aankomen aan SB- en aan BB-zijde
  7. kennis van de belangrijkste vaarregels en van de verenigingsregels t.a.v. aankomen en wegvaren
  8. het maken van een knoop om de boot vast te leggen (b.v. twee halve steken)

De proevencommissie moet vinden dat de kandidaat onder alle omstandigheden de boot goed beheerst.
Na het behalen van de St-2-proef mogen alle boten gestuurd worden; een "acht" echter dient de eerste vier keer gestuurd te worden onder verantwoordelijkheid van een bevoegde ploeg en ervaren "acht-slag-roeier".
Let op: bij het varen op stromend water dient de stuurman in het bezit te zijn van St-2.

 

Proef volwassenen S2

Geschreven door Erwin Poeze

S2: af te leggen in een C1x

  1. in lichte en krachtige haal een goede techniek tonen; een soepel doorgaande beweging en goed waterwerk
  2. bootbeheersing; goede balans
  3. halend en strijkend aankomen
  4. kennis van het materiaal

De proevencommissie moet van mening zijn dat de kandidaat voldoende roeitechniek en inzicht op het water bezit om zelfstandig in een C1x te mogen uitvaren( mits in het bezit van de St2 proef) , onder leiding van een stuurman in een Cx-boot te mogen roeien.

 

Vaarreglement

Geschreven door Erwin Poeze

De van toepassing zijnde vaarregels zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Hieronder worden de begrippen en regels behandeld die voor roeien in onze omgeving van belang zijn. Het volledige reglement is opgenomen in de Wateralmanak deel 1 en de VaarAtlas.

 

De behandeling van het BPR blijft hier beperkt tot datgene wat een roeier/stuurman in de dagelijkse praktijk tegen kan komen als hij op Het Spaarne roeit.

Als bijvoorbeeld iemand een toertocht gaat maken op stromend water, dan dient hij het BPR nader te bestuderen op aspecten als stromend water, sluizen, etc.

Het belangrijkste om te onthouden op water is het volgende: je hebt nergens recht op, je hebt de plicht om volgens goed zeemanschap veiligheid voor mens, oever en materiaal te betrachten. Op de weg gaat het verkeersreglement uit van het 'recht' op voorrang, op het water heb je de plicht voorrang te verlenen.

Het is noodzakelijk om zoveel mogelijk stuurboordwal te houden.

 

Algemene bepalingen Schipper

Een schipper dient te voorkomen dat:

  • het leven van personen in gevaar wordt gebracht,
  • schade aan andere schepen of oevers ontstaat,
  • de veiligheid en het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar wordt gebracht.

Een schipper is verplicht om volgens goed zeemansschap af te wijken van de regels van het BPR in het belang veiligheid of goede orde.

Aan de stuurman van een roeiboot of een kleine (< 7m) open zeilschip is geen leeftijdsgrens gesteld.

Bij kleine (< 7m) open motorboten die maximaal 13 km/uur kunnen varen moet de stuurman minimaal 12 jaar zijn (Nonnetje, Catrinus). Hieronder vallen ook kleine zeilschepen met hun buitenboordmotor ingeschakeld.

 

Verlichting

Een roeiboot en een kleine open motorboot/zeilschip dienen 's nachts een rondomschijnend wit licht te voeren. Een zeilboot kan bij gevaar van aanvaring een tweede wit licht voeren.

klein_schip_-_wit_licht zeilboot_licht

Een binnenvaartschip voert:

bovenaanzicht_lichtvoering groot_schip_-_licht

  • Een krachtig wit toplicht, dat over een hoek van 225° naar voren schijnt (aan beide boorden 22,5° achterlijker dan dwars), min. 5 meter hoog.
  • Een helder wit heklicht, dat over een hoek van 135° naar achteren schijnt (samen met toplicht 360°)
  • Twee heldere boordlichten, groen aan stuurboord en rood aan bakboord, elk over 112,5° vanaf recht vooruit (samen dezelfde hoek als het boordlicht), op gelijke hoogte, min 1 meter onder het toplicht.

Verlichting dient gevoerd te worden 's nachts en overdag bij slecht zicht.

 

Vaarregels

Het benaderen van boten kan op drie manieren:

  • Tegengestelde koersen: koersen die recht of vrijwel recht tegengesteld zijn.
  • Oplopende koers: het benaderen van een schip uit een richting van meer dan 22,5° achterlijker dan dwars (dit is dezelfde hoek als het heklicht schijnt.
  • Kruisende koersen: overige benaderingen, bij twijfel prevaleert de tegengestelde of de oplopende koers. Oplopend of tegengesteld passeren mag alleen als dat veilig kan.

Een schip dat voorrang heeft dient koers en snelheid te behouden.

 

Regels voor kruisende koersen

  • Bij gelijke schepen heeft het schip van rechts voorrang. Echter met de volgende uitzonderingen:
  • Een schip dat stuurboordwal houdt of aan stuurboord in een vaargeul vaart heeft voorrang
  • Een klein schip (roei, zeil of motor) wijkt voor een groot schip (of pleziervaart wijkt voor beroepsvaart)
  • Een klein motorschip wijkt voor een ander klein schip (roei of zeil)
  • Een roeiboot wijkt voor een kleine zeilboot

Bij zeilboten onderling:

  • Als ze over verschillende boeg liggen heeft de boot met het zeil over bakboord voorrang
  • Als ze over gelijke boeg liggen wijkt het minst hoog aan de wind varende schip (het meest hoog aan de wind varende schip heeft voorrang)

 

Regels voor tegengestelde koersen

  • Beide schepen wijken naar stuurboord. Echter, alle uitzonderingsregels voor kruisende koersen gelden hier ook.

 

Regels voor oplopen

  • Een schip loopt de oploper aan bakboord voorbij, stuurboord mag ook als er ruimte is.
  • Bij zeilboten loopt de oploper aan de loefzijde voorbij.

 

Overige regels

Bijzondere manoeuvres: haven invaren, omkeren, wegvaren, etc. mogen pas uitgevoerd worden als zeker is dat dit veilig kan.

Verkeer op de Molenplas dat richting loods vaart volgt geen vaargeul (er is immers geen beboeiing) en volgt ook niet de stuurboordswal en heeft dus geen voorrang op kruisend verkeer vanaf rechts. 
molenplas 

Bij het in- en uitvaren van een nevenvaarwater (b.v. Heemstedeskanaal) moet je de vaart op het hoofdvaarwater (b.v. Buitenspaarne) voorrang verlenen. Bij kruisend vaarwater is meestal duidelijk wat het hoofdvaarwater is. Als dat niet herkenbaar is, is er een bord geplaatst.

Ook in het waterverkeer geldt een alcoholverbod: vanaf 8 ‰ mag je geen boot besturen.

Een binnenvaartschip heeft een enorme dode hoek. Als jij de schipper niet kunt zien, kan hij jou ook niet zien! Hieronder zie je wat een schipper van duwcombinatie bij slecht zicht ziet.

12713375960

Verenigingsregel
Als twee roeiboten van Het Spaarne varend met tegengestelde koers gelijktijdig onder een brug door willen varen geldt als verenigingsregel dat de boot die richting de loods vaart voorrang heeft. Let op dat deze regel alleen voor roeiboten van Het Spaarne geldt en niet voor bijvoorbeeld Amphitrite.

 

Brugsignalen

De belangrijkste signalen bij een beweegbare brug zijn:

Signaal

Betekenis

brug_-_enkel_geel


Enkel geel licht of geel bord Aanbevolen doorvaart (met tegenliggers)

brug_-_beide_zijde_dubbel_rood


Dubbel rood aan beide zijden Brug wordt niet bediend, geen doorvaart toegestaan
brug-dubbelrood-doorvaart
Dubbel rood aan beide zijden met enkel geel licht of geel bord Brug wordt niet bediend, doorvaart toegestaan, maar let op tegenliggers.

brug_-_beide_zijde_enkel_rood



Enkel rood aan beide zijden Brug wordt bediend, geen doorvaart toegestaan, ook niet voor roeiboten!

brug_-_beide_zijde_rood_groen




Rood groen aan beide zijden Doorvaart van deze zijde wordt binnen korte tijd toegestaan

brug_-_beide_zijde_enkel_groen



Enkel groen aan beide zijden Doorvaart van deze zijde toegestaan

Roeiboten kunnen onder de gesloten brug doorvaren en mogen dat doen (als de vaart vrij is). Met bovenstaande signalen kan je bepalen wat boten waarvoor de brug bediend wordt gaan doen.

 

Geluidsseinen

Schepen kunnen onderling of met een brugwachter communiceren met geluidsseinen, hoewel er steeds meer gebruik van de marifoon wordt gemaakt, vooral voor de communicatie met brugwachters.

Voor het varen op het Spaarne zijn de drie belangrijkste geluidsseinen:

Geluidssein Verklaring
Lange stoot Attentie
Lang-kort-lange stoot Verzoek tot bediening van een brug
Korte stoten Aanvaringsgevaar


Verkeerstekens
Langs het Spaarne en de ringvaart tref je de volgende verkeerstekens aan:

bord-max-diepgang    
 Beperkte diepgang Beschikbare diepte (in centimeters) kan worden aangegeven.  
bord-max-hoogte  
 Beperkte doorvaarthoogte Beschikbare hoogte (in meters) kan worden aangegeven 
doorvaartlicht  
Aanbevolen doorvaartopening Tegenliggend verkeer is mogelijk. Als er maar één gat is dient het licht of bord als oriëntatiemidddel. 
 dubbel-doorvaartlicht  
Aanbevolen doorvaartopening  Voor tegenliggend verkeer verboden 
 bord-hoofd-nevenvaarwater  
 Het gevolgde vaarwater is hoofdvaarwater U vaart op hoofdvaarwater en heeft voorrang op het nevenvaarwater
 bord-neven-hoofdvaarwater  
Het gevolgde vaarwater is nevenvaarwater U vaart op nevenvaarwater en bent verplicht het hoofdvaarwater voorrang te verlenen.
bord-doorvaartverbod  
Algemeen doorvaartverbod Bijvoorbeeld boven een bruggat met aan de andere kant dubbel geel licht of een dubbel geel bord. 
bord-niet-draaien  
Verboden te keren   
bord-geen-sportverkeer  
Verboden voor kleine schepen (recreatie)   
bord-max-snelheid  
Maximale vaarsnelheid in km/uur   
hoogteschaal  
Hoogteschaal in meters  


Sturen

Geschreven door Erwin Poeze

Vaar altijd zoveel mogelijk in een rechte lijn; daardoor kunnen de stuurbewegingen klein blijven en ontstaat een minimale extra weerstand als gevolg van het sturen en wordt ook de balans zo min mogelijk verstoord. Stuur bij deze kleine koerscorrecties tijdens de recover (het oprijden).

 

Moet er een grotere koersverandering gemaakt worden, trek dan met een niet te grote, doch constante kracht aan één van de stuurlijnen. Beperk de roeruitslag tot ongeveer 30°. Bij een grotere roerhoek wordt het stuurresultaat slechter: de sturende kracht neemt af en de remmende kracht neemt toe. Is de koersverandering te groot om deze alleen met het roer te bereiken, gebruik dan bovendien commando's als: 'Stuurboord Sterk/Bakboord Best'€, of zelfs '€œStuurboord/Bakboord houden'€ en rondmaken.

 

Bij het wegroeien heeft de boot nog geen snelheid en heeft het trekken aan een stuurtouwtje geen nut. Dus voordat je wegroeit zorg je dat de boot in de gewenste roeirichting wijst, zodat je de eerste vijf halen niet hoeft te sturen.

 

Het aankomen

Aankomen doe je in het algemeen tegen de wind (of de stroom) in. Bij Het Spaarne€ is de regel (om aanvaringen te vermijden), dat je in principe altijd vanuit de richting Haarlem aankomt en in richting Heemstede vertrekt. Aankomen vanuit Heemstede moet overigens wel geoefend worden en is vereist voor de stuurproef. Kom altijd zo aan dat de boot het vlot niet raakt.

 

Ga voor de aanlegmanoeuvre uit van een hoek van aankomst van ongeveer 45°, iets kleiner voor langere boten (voor een acht b.v.ca. 20°) en iets groter voor kortere boten (voor een wherry ongeveer 40°). Laat minimaal 10 meter uit de kant lopen, zodat je ruim tijd hebt. Bereid de ploeg voor: 'Stuurboord riemen hoog, Klaar om te houden bakboord'€. Enkele meters uit de kant geef je het commando houden. De boot mindert dan vaart en draait van het vlot af. Nu kan je met het roertje corrigeren, gaat het draaien te snel, dan stuur je naar het vlot. Als je te weinig draait dan stuur je af. Bij een perfecte aankomst lig je 10 cm uit het vlot evenwijdig stil. Als je niet goed uit komt, modder dan niet door, maar stop tijdig (houden gelijk) en begin opnieuw.

 

Rondmaken

Bedenk, dat je door te halen of te strijken aan één boord, behalve '€œrond'€ ook wat vooruit of achteruit gaat. Wil je in een nauw vaarwater rond maken, laat dan halen en strijken zonder oprijden. Hiervoor is het commando 'rondmaken met vaste bank'€ Bij sterke dwarswind dien je naar de hoge wal te varen en daar rond te maken. Bij zijwind dien je zo rond maken, dat de boeg 'door de wind'€ gaat: halen gaat dan tegen de wind in waardoor je minder afdrijft. Hoewel je goed weet, dat bij een varende boot na bv. '€œhouden SB'€ logisch volgt: '€œrond over SB'€ moet je even nadenken, hoe dat werkt bij achteruitvaren. Hier volgt op '€œhouden SB'€ zo nodig '€œrond over BB'€.

 

De wind

De factor wind is in het bovenstaande nog niet ter sprake gekomen, toch vormt de wind voor veel mensen het grootste probleem bij het uitvoeren van manoeuvres. De wind heeft invloed te hebben op de keuze van de hoek van aankomst en de snelheid. Vaar in geval van meewind langzaam, houdt de hoek met het vlot wat kleiner dan 45° en laat vroeg lopen. Houd bij tegenwind er goed de vaart in en maak de hoek wat groter dan 45°. Anders wordt dit met dwarswind. Je hebt nu bovendien te maken met verlijeren (dwarsuit wegdrijven). In dat geval is het zaak om de punt van de boot voldoende in de richting van de wind te houden. Vooral dit laatste vereist veel praktische oefening.

 

De '€œlage wal'€ is de wal, waar de wind je heen drijft. Vaar bij harde wind er niet te dicht langs, anders raak je '€œaan lager wal'€. Bij aankomen aan lage wal zorg je dat je wat verder van het vlot wegblijft, de wind helpt het laatste stukje. Bij aankomen aan hoge wal moet je proberen dicht bij het vlot te blijven.

 

Op rechte stukken heeft dwarswind veel invloed, door de continue zijwaartse druk, moet je schuin tegen de wind in sturen om rechtuit over het water te gaan. Bij langzaam varen en stil gaan liggen moet je voldoende ruimte houden om niet in de kant te worden gezet.

 

Golven

Het is voor je roeiers prettig, als je hoge golven van passerende boten buiten boord weet te houden. Leg de boot stil evenwijdig aan of loodrecht op de golven, bladen plat op het water en het boord aan de kant van de golf optillen (commando: '€œBB/SB hoog'€).

 

Opmerkingen

  • Zorg bij het doorvaren van een vernauwing (brug of zijsloot) altijd, dat je er recht voor komt, in een smal bruggat valt weinig meer te sturen, zeker als je ook nog moet laten slippen.
  • Verminder bij onoverzichtelijke situaties snelheid en vraag, of de boeg mee uitkijkt. Houd er rekening mee dat een boot die geen vaart meer heeft ook niet meer reageert op het roer.
  • Zorg dat bij een bocht de snelheid zo laag is dat je tijdig voor een obstakel kunt stoppen.
  • De slag waarschuwt de stuurman voor oplopers, maar de stuurman kijkt zelf ook regelmatig achterom.

Sturen - commando's op het water

Geschreven door Erwin Poeze
Commando actie
Uitzetten scull boten De slag waarschuwt de stuur voor oplopers
Uitzetten Alle roei(st)ers pakken met één hand het vlot vast
...gelijk Ieder duwt op '€œgelijk'€ met kracht de boot van het vlot af.
  Img46749
met strijken De riem aan de vlotzijde wordt evenwijdig aan de boot in het water gelegd. Duw met een strijkbeweging van de vlot-riem de boot af totdat deze riem weer loodrecht op de boot is, strijk tegelijkertijd met de andere riem zodat de boot evenwijdig aan het vlot blijft. Laat je het strijken na, dan lig je met de punt naar de kant en kan je alleen strijkend wegroeien.
Wegroeien  
  Img46751
slagklaar maken De inzet houding aannemen, blad plat op het water
  Img46753
Slagklaar... De bladen verticaal in het water zetten;
Af (let op: niet '€˜en af'€™, onduidelijk voor ploeg wanneer ze moeten beginnen) De roeibeweging gaan maken.
Ophouden met roeien  
Opgelet... Dit commando wordt gegeven bij de uitzet
laat... Dit commando wordt gegeven bij de inpik.
lopen Dit commando wordt gegeven bij de uitzet. blad horizontaal en de armen gestrekt. Het blad blijft vrij van het water.  
Bedankt Geeft het eind van het uitvoeren van een commando aan, ontspannen zitten, met de armen gestrekt en de bladen plat op het water.  
Vaart verminderen
   
  Img46757  H
Houden beide boorden... Nu Bij dit commando, worden de bladen geleidelijk opgedraaid en met de bolle kant in het water gedrukt. De bladen worden verder opgedraaid tot verticale stand. stand, naarmate de boot vaart verliest.  
Houden bak- of stuurboord... Nu    
Achteruit roeien    
Strijken gelijk... Nu De bladen met de bolle kant naar het staartje draaien en in het water zetten. Door tegen de riemen te duwen gaat de boot achteruit varen. Het roer mag niet omklappen:  
  Beide stuurlijnen strak houden met het roer recht.
  Als het roer toch omklapt dan de boot even laten lopen.
Keren vanuit stilstand    
Rond over bakboord Bakboord strijken en vervolgens stuurboord halen. Allen in de uitzethouding met blad verticaal, bakboord met bol naar achteren.  
...nù Bakboord maakt een strijkhaal met oprijden, stuurboord rijdt mee op met horizontaal blad, vooraan draaien beide boorden het blad, stuurboord haalt en bakboord rijdt mee met horizontaal blad.  
Bedankt Einde rondmaken  
Helpen bij het sturen
   
Bakboord best (Stuurboord sterk) Bakboord gaat meer kracht op de riemen zetten dan het deed, stuurboord juist minder. Het commando kan ook bij het strijken gebruikt worden.  
Bedankt voor best/sterk Met beide riemen wordt weer met evenveel kracht gehaald of gestreken.  
Obstakels in het water    
Pas op de riemen aan stuurboord De roeiers kijken naar hun blad en proberen het obstakel te vermijden  
Gewoon door Einde obstakels en verder roeien  
Hoge golven
   
Hoog scheren Bij het naderen van hoge golven geeft dit commando aan, dat de riemen tijdens het oprijden hoog boven het water moeten worden gehouden. Tevens blijven de bladen horizontaal tot vlak voor de inzet.  
Doorvaren van engte
   
  Img46771  
Slippen beide boorden…nu De riemen worden langszij de boot met de bladen richting staartje gehouden. De bladen rusten niet op het water.
Slippen is niet toegestaan in boten met een drukstang, die kunnen hierbij eenvoudig verbogen worden.
 
 We naderen een brug, die is niet hoog genoeg en niet breed genoeg.


Opgelet...

Slippen beide boorden....
 
Img46777  
Nu De riemen worden langszij de boot gehouden en de roeier gaan achterover liggen.  
Riemen uitbrengen... Nu Riemen worden weer uitgebracht  
Oppakken... Nu en de ploeg roeit door, waarbij de inpik samenvalt met "Nu"
Riemen intrekken (alternatief bij drukstangen) Ook dit commando kan gebruikt worden als de boot een smalle doorgang moet passeren. De riemen worden in de handen gehouden. De genoemde riemen worden door de dol getrokken tot het blad de dol genaderd is. Let hierbij op de handel van de riem, die steekt aan de andere kant uit.  
Beda Weer in rusthouding  
Aanleggen over stuurboord
   
We gaan aankomen over stuurboord. Dit betekent stuurboordriemen hoog en bakboord klaar om te houden.    
Laat...lopen Naar het blad kijken en riemen hoog houden, boeg kijkt mee naar de punt  
  Img46783  
Klaar om te houden bakboord Riemen gereed houden om te houden, licht overhellen naar bakboord  
  Img46784  
Houden Strak, maar niet te wild houden, anders valt de boot over het verkeerde boord (dus blijven overhellen naar bakboord).  
Instagram